A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z #

Bevruchting

Bevruchting is het binnendringen van de eicel door de zaadcel. Als de bevruchte eicel via de eileider naar de baarmoeder gaat en zich daar nestelt, is het meisje zwanger.

Hoe begint de bevruchting?

Een bevruchting begint met neuken. Bij de zaadlozing komen er drie- tot vijfhonderd miljoen zaadcellen in de vagina terecht. De meeste glijden met het zaadvocht naar buiten als een meisje na het neuken opstaat. De snelste en sterkste zaadcellen zwemmen via de baarmoedermond en de baarmoeder naar de eileiders. Hier kan het dus raak zijn als net een rijpe eicel is uitgestoten.

Hoe voorkom je bevruchting?

Anticonceptie is het tegengaan (‘anti-’) van de bevruchting (‘-conceptie’). Als je neukt en je gebruikt geen anticonceptiemiddel, dan kan het meisje in verwachting raken. Wil je zwangerschap voorkomen, dan moet je dus ALTIJD een voorbehoedsmiddel gebruiken. Veelgebruikte voorbehoedsmiddelen zijn: het condoom, het vrouwencondoom, de pil, de prikpil, de pleisterpil, het koperspiraaltje, het hormoonspiraaltje, het pessarium, implanon en de nuvaring. Als je de pil en het condoom combineert, heet dat Double Dutch. Er zijn ook natuurlijke methoden van geboorteregeling, zoals de kalendermethode, Billingsmethode, temperatuurmethode en de terugtrekmethode, maar deze zijn allemaal uiterst onbetrouwbaar. Zaaddodende middelen kunnen als aanvulling op een voorbehoedsmiddel worden gebruikt.

Synoniemen: conceptie, paring, fertilisatie, impregnatie, inseminatie